In het licht van het continu gedrang in het veroordelen van ‘de markt’ als boosdoener voor de huidige crisis is het argument dat de markt gefaald heeft alomtegenwoordig. Hoge premies worden veroorzaakt door marktfalen. Hoge bonussen voor bankiers die geld verspillen komt door marktfalen. Hoge hypotheken komt door marktfalen. Wat is marktfalen eigenlijk? In 5 artikelen wordt een poging gedaan dit uit te leggen alvorens het te weerleggen.
Marktfalen wordt omschreven als de situatie waarin de markt geen optimale oplossing tot stand kan brengen. Dit tot stand brengen van de optimale oplossing is gebaseerd op de pareto-efficiëntie. Dit pareto-efficiëntie wordt gedefinieerd als de situatie waarin iemand zijn positie kan verbeteren zonder een ander schade te berokkenen. Daarnaast wordt aan het marktfalen een aantal condities opgehangen die een perfecte markt dienen te weerspiegelen. Daartoe behoren een totaal vrije toegang, aanwezigheid van alle kennis bij alle deelnemers, geen transactiekosten en het moet gaan om dezelfde producten. Doordat deze voorwaarden in de praktijk nooit vervuld kunnen worden is een markt nooit in staat om in evenwicht te zijn. Dit evenwicht is de heilige graal van economen. Evenwicht zorgt voor rust en daarmee voor de grootst mogelijke welvaart.
Laat ons nu eens stap voor stap gaan kijken naar deze omschrijving van marktfalen. Aller eerst is er het mythische evenwicht. Hier is de gedachte aanwezig dat een onzichtbare hand prijzen stuurt of zoals de econoom Ricardo het omschreef:
“If a merchant sells imported wine for greater than, say, 20%, “the profits of this individual merchant would exceed the general rate of profits, and capital would naturally flow into this advantageous trade, till the fall of the price of wine had brought everything back to the former level.”
Deze wet leidt tot de gedachte dat er dus ook optimale prijzen zijn of dienen te zijn. Uiteraard gaan economen dan op zoek naar deze prijzen. Zij komen tot de conclusie dat de markt deze prijzen nooit zal genereren en daarmee de consument benadeeld wordt. Er dient dan ook ingegrepen te worden. Hoe is echter de vraag. Over het algemeen wordt dan aangenomen dat de overheid in dient te grijpen. Zij heeft immers de mogelijkheid prijzen te veranderen.
Er zijn een aantal elementen die weerlegd dienen te worden alvorens aan te kunnen tonen dat marktfalen faalt. Ten eerste is dat het niet-bestaan van een evenwicht. Ten tweede is dat het uitgangspunt waarom overheden een evenwicht gebruiken. Ten derde is dat de omschrijving van een vrije markt in marktfalen en als laatste is dat het meest gebruikte voorbeeld om marktfalen te typeren: het prisoners-dilemma.
Evenwicht en de menselijke aard en de aard van overheden
Is er eigenlijk wel een evenwicht in de markt? Dat evenwicht is er zeker, maar het is altijd tijdelijk en historisch. Het is de ideale situatie en u weet uw eigen ervaring dat ideale situaties zich niet vaak voordoen. Evenwicht is dus tijdelijk. Dit tijdelijke karakter kan veroorzaakt worden door vele factoren. Bijvoorbeeld door ondernemers die een beter product voor dezelfde prijs op de markt brengen of het mislukken van een oogst waardoor de prijs van dat product omhoog gaat. Een evenwicht is historisch omdat niet gezien kan worden op het moment dat een evenwicht zich voordoet dat er een evenwicht is. Juist uit de onevenwichtige situatie kan afgeleid worden of er een evenwicht was. Dit kan echter pas op het moment dat er data is over deze situatie. Economen zijn het er dan ook over eens dat er voornamelijk sprake is van op weg zijn naar een evenwicht.
In deze redenering sijpelt een gedachte door die in eerste instantie niet opvalt. Er is namelijk een systeem nodig om te kunnen meten wanneer er een evenwicht is. Dit houdt in dat er data nodig is. Data vereist een bureau dat deze data verzameld. Dat laat echter ook zien dat de gedachte bestaat dat economie een systeem is dat als een rooster over een land heen gelegd is of kan worden en dat dit universeel voor iedereen hetzelfde werkt.
De menselijke aard
Dat is echter een ontkenning van de menselijke aard. Uw behoeften zijn immers anders dan die van uw buurman enzovoorts. Uw beschouwing van een brood voor een euro is anders dan de beschouwing die uw buurman daaraan wijdt. Hoewel de kans dat u er beiden hetzelfde over denkt, dat is veel brood voor weinig geld, kan statistiek daar niet van uitgaan. Als data dat dan toch meet zijn dat gegevens over die keuze die u beiden op dat moment maakte. Hoewel die data 5 minuten oud kan zijn is het altijd historische data. Uit deze historische data wordt vervolgens een lijn getrokken die ‘de toekomst’ vertegenwoordigd en waarmee uw gedrag wordt voorspeld. Het is niet meer dan een voorspelling. U bent een mens en uw gedrag is niet voorspelbaar. Volgende week stapt u misschien over crackers in plaats van brood en vindt u een brood voor een euro een belachelijk voorstel. Daarmee is statistieke data onbruikbaar als meetinstrument voor de toekomst.
Collectieve overheid
De voorliefde voor het gebruik van data, grafieken en formules is vaak aanwezig bij centraal opererende organen. Zo kunnen deze organen de prestaties binnen het orgaan meten. Voor de enkele mens is het gebruik van data overbodig. U weet immers zelf wel of u crackers of brood wil kopen en zo ja tegen welke prijs. U bent niet mechanisch, ondanks dat het centralistische overheden zijn die hun vertrouwen hierin stellen in plaats van de mens zelf. Het gebruik van statistieken, door overheden, is dan ook een teken dat er sprake is van collectivisatie door een centrale overheid. Een overheid die niet centraal alles probeert te regelen heeft data over prijzen en voorkeuren niet nodig.
Samengevat is het evenwicht dus een situatie die bijna niet kan bestaan, maar die wordt aangegrepen door centrale overheden om door middel van historische gegevens over prijzen en voorkeuren de markt te proberen te sturen naar evenwichtsprijzen door beslissingen te nemen voor elk individu en daarmee te pretenderen omniscient te zijn.