De toekomst van liberalisme
De vurigheid waarmee naar politiek en de plaats van liberalisme daarin is gekeken in de twee voorafgaande weken laat de vraag rijzen wat de toekomst van liberalisme is. Er lijkt een beeld te zijn neergezet dat het een compromisloze stroming is, een stroming die met niemand wil samenwerken die niet aan de eigen, of dat nu waar is of niet, hoge standaard zou voldaan. Niets is echter minder waar.
Liberalisme is geen utopie. Het is een op de praktijk gericht systeem, dat een fundament biedt voor samenlevingen en maatschappijen om op te bouwen. Het kan niet en wil geen beloften maken die niet waar gemaakt kunnen worden. Beter dan in de woorden van Mises kan het niet gezegd worden:
Het liberalisme is geen religie, geen wereldbeschouwing en niet een partij voor specifieke belangen. Het is geen religie omdat het geloof noch overgave eist, omdat het geen zweem van mysticisme aan zich laat kleven en om het geen dogma’s heeft. Het is geen wereldbeschouwing omdat het niet de kosmos wil verklaren en omdat het ons niets wil en niet kan zeggen over het nut en het doel van ’s mensen bestaan. Het is niet een partij voor specifieke belangen, omdat het geen enkele groep een voordeeltje belooft, zou willen geven of geeft. Het is geheel iets anders. Het is een ideologie, een leer der samenhang van maatschappelijke dingen en tegelijkertijd het gebruik van deze leer in de contacten tussen mensen in maatschappelijke aangelegenheden. Het belooft niets, wat boven zich uitstijgt, wat in en door de samenleving gepresteerd kan worden. Het wil de mensen slechts dit geven: vredige ongestoorde ontwikkeling van de materiële welvaart van allen om hen zo van de van buiten komende oorzaken van ellende en leed ver te houden, in zoverre dat in het geheel in de macht van de samenleving ligt. Leed te verminderen en vreugd te vermeerderen, dat is het doel.Geen sekte of politieke partij hebben gelooft daarop te kunnen vertrouwen, de eigen zaak te bereiken door te appelleren aan de kracht van de mens. Rhetorisch gepraat, muziek en gezang weerklinken, vlaggen wapperen, bloemen en kleuren dienen als symbolen en de leiders zoeken de gehoorzaamheid hunner volgelingen. Daar doet het liberalisme niet aan mee. Het heeft geen partijbloem noch een partijkleur, een partijlied noch partijbonzen, symbolen noch slogans. Het heeft de rede en de argumenten. Die moeten het tot succes maken. (Mises 1927, p.168)
Is dit positief te noemen? Dient dit stuk een richting te hebben, een hoop uit te spreken voor de toekomst? De grondslagen zijn bekend. Het liberalisme kan geen beloften brengen. Het appelleert niet aan emotie of utopische toekomstbeelden waarin iedereen liberaal zou moeten zijn. Het vraagt slechts de rede en het argument te weerleggen dat in de theorie besloten ligt. Tot een dergelijke weerlegging is het vooralsnog niet gekomen. Wel tot een vervorming die duidelijk zichtbaar is in de praktijk. Over het gehele politieke spectrum wordt lustig gebruikt gemaakt van symbolen en slogans om een zo groot mogelijke massa te binden aan de eigen zaak, waarmee dus, zoals eerder gezien, per definitie niet het algemeen belang gediend wordt. Er is dan ook nog een wereld te winnen.
Met het winnen van die wereld zal doorgegaan worden na dit laatste artikel in deze serie. In de loop van de week zal bekend worden welk nieuw werk er besproken gaat worden.
Elke woensdag verschijnt een nieuwe aflevering over het boek ‘Liberalismus’ van Ludwig von Mises uit 1927. Dit is deel X in deze serie en daarvoor is gebruik gemaakt van Hoofdstuk V.
De foto is gemaakt door: Andrés Nieto Porras