Aan het instrumentarium van de staat komt ook toe de creatie van waarde voor de samenleving. Door middel van gelden voor culturele en maatschappelijke activiteiten wordt gepoogd de samenleving te verrijken. Dat opzich is al een onderzoek waard, maar is niet waar het hier om gaat. Het gaat hier om de toevoeging van waarde voor de samenleving van de resultaten die met dit geld wordt bereikt en de afbreuk daarvan in tijden van crisis.

Allereerst is van belang op te merken dat de auteur dezes van mening is dat veel van de taken die de overheid op zich neemt in de maatschappij ook op vrijwillige wijze door de samenleving opgezet kunnen worden. Worden zij opgezet door de samenleving dan zijn ze ook van nut voor de maatschappij. Er is dan immers behoefte aan het opzetten van dergelijke projecten. Om nu geld weg te halen bij de samenleving om dit vervolgens in algemene projecten te stoppen die de maatschappij zouden moeten ondersteunen is dan ook een omslachtige wijze van verrijking van de maatschappij. Echter, dat is de realiteit. Die realiteit heeft er toe geleid dat er een grote hoeveelheid instituten, musea, orkesten en andere uitingen van cultuur zijn ontstaan. Allen gesubsidieerd door de overheid.

In de afgelopen 100 jaar is cultuur synoniem geworden aan geld krijgen van de overheid. Generaties zijn opgegroeid met het idee van een alwetend mechanisme op de achtergrond dat voor het nut der maatschappij nodeloze onderzoekingen doet in diep donker Afrika of tussen de laatste kannibalen op Nieuw-Guinea. Al die generaties onderzoek hebben ook daadwerkelijk een schat aan informatie teweeg gebracht. Deze informatie, of men nu wil of niet, is onschatbaar.

Toen kwam de crisis en moest er bezuinigd worden. Let wel, een bezuiniging in politieke zin is een vermindering van de groei van het budget. Het is dus minder meer uitgeven dan eerst gepland. Het is niet een daadwerkelijke vermindering. Het is een vermindering van wat er extra uitgegeven gaat worden. Die crisis zag onze staatsschuld verdubbelen, de belastingen verhogen en de overheidsuitgaven stijgen. Een drieslag die de Nederlandse economie nog eens fataal wordt, maar dat terzijde.

Tussen al deze miljarden, uit het niets gecreëerde en op het bord der Nederlanders gelegde, Euro’s zaten bonussen, regelingen en afkoopsommen waar menig orkest enkele jaren van zou kunnen spelen. Daar zaten bedragen tussen waarmee de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen 10x van kan verhuizen, dit gebaseerd op de kosten die de directeur van deze bibliotheek geeft in het interview met de Volkskrant enige dagen terug.

Dat de Nederlandse overheid weigert geld bij te laten drukken, aan te laten trekken of hoe deze truc met bedrukt papier ook gedaan moge worden, voor het behoud van hetgeen de Staat zichzelf opgelegd heeft in de afgelopen 100 jaar, namelijk het creëren van cultuur en waarde voor de maatschappij zodat de samenleving er van kan profiteren is op zijn zachtst gezegd schandalig. Het laten vallen van deze verantwoording is het daadwerkelijke morele failliet van elk van ’s lands vertegenwoordigers. Het is een gotspé belastingen te verhogen, afhankelijken en afhankelijk gemaakte mensen, orkesten, instituten en andere instellingen tot persoonlijk en institutioneel failliet te brengen, alleen maar om aan de rekening van Brussel en Frankfurt te kunnen voldoen.

De totale stilte waarmee deze zetten gepaard gaan vanuit de hoek van politici, gezagsdragers en zij die met de knip van een vinger daadwerkelijk iets aan deze situatie kunnen veranderen spreekt boekdelen. Er is geen interesse in cultuur, noch is men bekend waar dit daadwerkelijk vandaan komt. Uit één hoek komt het in ieder geval niet en dat is vanuit de Staat. Wat is overgenomen in het publiek belang wordt nu afgebroken door het private gelobby.

Deze afbreuk toont aan dat een Staat als entiteit niet geïnteresseerd is in de samenleving. Het handelen op statelijk niveau is handelen naar zij die de meeste invloed hebben. De usurpatie van het culturele spectrum was het werk van de emanciperende arbeidersbeweging die onder druk van idealisme voortgang wilde bereiken. Het is duidelijk dat die rol is uitgespeeld. De Staat luistert nu naar andere krachten en dat zijn niet de krachten van een vrije markt.

%d bloggers liken dit: