Op 16 Januari jl. publiceerde The Telegraph een artikel waarin gesuggereerd werd dat het Amerikaans onderzoek zal gaan plaatsvinden naar Russische invloeden in Europa en het Referendum op 6 April a.s. Dit onderzoek wordt in opdracht van het Congres uitgevoed door National Intelligence onder leiding van directeur James Clapper. Een eerder bericht hierover liet al zien dat dit onderzoek een politieke lading lijkt te hebben. Nader onderzoek lijkt dat te bevestigen. Aan de hand van een tijdlijn én reeds publiekelijk bekende informatie komt het beeld naar voor dat de basis van het artikel inderdaad een politiek doel in zich lijkt te dragen. Allereerst worden de gebeurtenissen die van belang zijn in chronologische volgorde geplaatst. Daarna volgt een analyse van het Telegraph artikel van 16 januari 2016, waarna een vaststelling van feiten volgt om vervolgens te concluderen dat hier met redelijke mate van zekerheid een politiek gekleurde boodschap inzit. Laat ons beginnen met de tijdlijn om een helder overzicht te krijgen van de gebeurtenissen.
22 April 2015: AIVD publiceert haar jaarverslag over 2014 waarin gewaarschuwd wordt voor de activiteiten van Russische inlichtingendiensten in Nederland en ten opzichte van Nederlanders in Rusland.
1 Juni 2015: Afgevaardigde Nunes (R-CA) introduceert H.R. 2596 als de Intelligence Authorization Act for Fiscal Year 2016 in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.
7 juni 2015: De New York Times een artikel over de invloed die Rusland (semi-)openlijk uitoefent als gevolg van de sancties die het land zijn opgelegd door de Europese Unie én de zorgen die daarmee gepaard gaan aangaande de politieke stabiliteit en de weerslag daarvan op de NAVO.
8 juni 2015: Afgevaardigde Turner introduceert Amendement 9. Dit is het onderzoek waar het Telegraph artikel op 16 Januari 2016 naar verwijst. Het amendement wordt aangenomen als section 338:
De redenen voor dit amendement zijn tweeledig stelt Turner:
16 Juni 2015: H.R. 2596 goedgekeurd en gaat het naar de Senaat, waar het als voorstel S. 1705 blijft liggen.
1 Juli 2015: De nieuwe Referendumwet wordt van kracht.
14 Oktober 2015: De Kiesraad laat weten dat er 427.939 geldige ondersteuningsverklaringen zijn ingeleverd en dat het Referendum doorgang zal vinden.
30 November 2015: Afgevaardigde Nunes (R-CA) introduceert H.R. 4127 in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Dit is een herintroductie van H.R. 2596. Er vindt geen inhoudelijke behandeling van het voorstel plaats. Het onderzoek, nu genoemd in Section 502, blijft ongewijzigd:
1 December 2015: H.R. 4127 goedgekeurd en naar de Senaat, alwaar het voorstel weer blijft liggen.
18 December 2015: H.R. 2029, getiteld Consolidated Appropriations Act, 2016, goedgekeurd in de Senaat, met H.R. 4127 als Division M eraan vastgeplakt. Dezelfde dag wordt het getekend door President Obama en wordt het een wet én gaat Congres met reces.
11 Januari 2016: Het Congres komt terug van Reces.
16 Januari 2016: The Telegraph meldt dat er een groot onderzoek komt naar Russische invloed in de EU en Europa. Specifiek wordt ook genoemd dat de argumentatie van het Referendum op 6 April overeenkomsten vertoont met Russische propaganda. Al vrij snel daarna berichtten Nederlandse media over dit onderzoek naar GeenPeil.
Het artikel opent met:
“American intelligence agencies are to conduct a major investigation into how the Kremlin is infiltrating political parties in Europe, it can be revealed.”
Dit is ook wat overgenomen wordt in Nederlandse media. Het onderzoek is nog niet uitgevoerd. Tegelijkertijd is dit een onvolledige aankondiging. Het Congres is expliciet dat het gaat om een onderzoek naar de invloed in voormalige Sovjet-staten én de EU vanaf 2006. Hoe dan ook, er heeft nog geen onderzoek plaatsgevonden. Waar komt de overige informatie in het artikel dan vandaan? De suggestie is dat er allerlei dossiers en onderzoeken zijn. Dat zou kunnen. In ieder geval is practisch alle genoemde informatie uit het artikel al enige tijd publiek beschikbaar.
Het artikel weet te melden, ondanks dat het onderzoek nog niet is uitgevoerd, dat het onder andere gaat om clubs als Front National, Lega Nord en de Gouden Dageraad. In de introductie van Amendement 9 door Afgevaardigde Turner op 8 juni 2015 wordt duidelijk dat deze kennis niet per sé uit een dossier hoeft te komen dat vanuit National Intelligence komt, zoals het artikel suggereert.
Afgevaardigde Turner noemt als reden voor het onderzoek naar de Russische geldstromen allereerst dit artikel. Opmerkelijk is dan ook dat veel van de informatie die in het Telegraph artikel als ‘komend uit een dossier’ wordt aangevoerd, gewoon in het New York Times artikel te vinden is. Een interessante indicator is bovendien dat het New York Times artikel meer details geeft, specifieker is én meer partijen noemt. Dat is voor onderzoekers van historische bronnen vaak een teken dat een dergelijke bron meer primair is.
Dat wil niet zeggen The Telegraph de New York Times onvolledig overgeschreven heeft. Het laat op zijn minst zien dat de geheimzinnig aandoende informatie 1) niet geheim is en 2) al openlijk tot zorgen leidde begin juni 2015 en dat die zorgen juist als basis dienden voor het onderzoek dat nu gestart is en dat die zorgen bovendien teruggaan tot 2006.
Toen Amendement 9 op 8 juni 2015 geïntroduceerd werd, bestond GeenPeil niet, was de Referendumwet nog niet in werking getreden en was van een referendum dus nog geen sprake. Bij de herintroductie van H.R. 2596 als H.R. 4127 op 30 november 2015 is geen inhoudelijke beraadslaging terug te vinden, waarbij het Referendum van 6 April naar voren komt.
In de intentie van het onderzoek speelt het referendum dus geen enkele specifieke rol. Wel kan het natuurlijk vallen onder de algemeenheid van Russische invloeden. Dan zou het echter moeten gaan om aantoonbare financiële geldstromen. Dat is namelijk de opdracht aan National Intelligence van het Congres:
“assessment on the funding of political parties and nongovernmental organizations in former Soviet states and countries in Europe by the Russian Security Services.”
Strikt genomen vallen dus alleen organisaties die gefinancierd worden door Russische veiligheidsdiensten onder het onderzoek. Daarvan is, blijkens het New York Times artikel al een groot deel publiekelijk van bekend.
Dit strookt niet met de suggestie die het artikel in The Telegraph wekt, namelijk dat de argumentatie eender lijkt aan Russische propaganda. Daar lezen we:
“Russian influence has also been detected in a referendum in the Netherlands next April over whether to block the EU’s closer relations with Ukraine. Sources said arguments deployed in support of the referendum “closely resembled” known Russian propaganda.” (bron)
Die Russische invloed richt zich, met betrekking tot het onderzoek door National Intelligence, op geldstromen en niet op argumenten. Als er Russische propaganda gespuid zou worden door GeenPeil, dan is dat alleen relevant voor het Amerikaanse onderzoek als daar Russische geldstromen te vinden zijn. Dat onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden, dus kan daar nog niets over gezegd worden. Door deze ongegronde verdachtmaking in te bedden in de bredere context van het artikel lijkt het alsof het Nederlandse ja-kamp ook Russische fondsen zou krijgen. Verder wordt aangestipt dat er invloed zou kunnen bestaan ten aanzien van het Britse referendum. In de context van het artikel staat ervoor dat:
“A dossier of “Russian influence activity” seen by The Sunday Telegraph identified Russian influence operations running in France, the Netherlands, Hungary as well as Austria and the Czech Republic, which has been identified by Russian agents as an entry-point into the Schengen free movement zone. “
De suggestie is dat een dossier bestaat van Russische activiteiten in Nederland. Dat kan kloppen. De AIVD meldde dat reeds in haar jaarverslag over 2014, zelfs dat die activiteiten toenemen. Die bezwaren weerklinken ook in de New York Times op 7 juni 2015. Zoals we eerder zagen is dat artikel veel uitvoeriger en gedetailleerder over de Russische activiteiten en er hangt geen zweem van geheimzinnigheid om dat artikel. Weinig objectieve reden dus voor The Telegraph om deze publiekelijk bekende informatie zo gewichtig en suggestief te brengen.
Crux is hier dat The Telegraph specifiek noemt dat in het dossier staat dat de argumentatie van GeenPeil sterke overeenkomsten vertoont met reeds bekende Russische propaganda, terwijl het Congres ‘slechts’ de geldstromen in kaart wil brengen. Zoals blijkt, dat onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden. Dat uit het ontvangen van gelden kan volgen dat een organisatie een ander geluid gaat laten horen dan voorheen is evident. Zonder die geldstromen als aantoonbare beïnvloeding door Rusland is de gelegde link door The Telegraph echter een ongegronde aantijging. Het dossier dat The Telegraph noemt en het onderzoek door het Congres zijn dan ook twee verschillende dingen. Dit terwijl de suggestie wordt gewekt dat er een causaliteit tussen de twee zou bestaan. Wellicht bestaat die ook, maar zulks blijkt in ieder geval niet uit het artikel.
Nu we hebben laten zien dat het Amerikaanse onderzoek veel breder is dan alleen de EU, dat het ook de voormalige Sovjet-staten beslaat, dat het gaat om een onderzoek van geldstromen vanaf 2006 tot nu toe, kunnen we in ieder geval concluderen dat de focus van het Amerikaanse onderzoek niet zal zijn de argumentatie van het referendum in Nederland of het Verenigd Koninkrijk.
Met die zekerheden in het achterhoofd kunnen we kijken naar mogelijke gronden voor het Telegraph artikel in de context van de hedendaagse politiek. De reden hiervoor is dat de argumentatie van het referendum in Nederland gelijkgesteld wordt met Russische propaganda, zonder inhoudelijk te worden. Zolang dat dossier niet publiekelijk toegankelijk wordt, is er sprake van een guilt-by-association techniek. Immers, wie wil bedrogen worden door Russische propaganda?
Zulk een tactiek heeft ten doel het denken te beïnvloeden over het onderwerp waar mensen zich mee bezig houden. Niemand wil geassocieerd worden met de slechteriken in een verhaal. Het gevolg is dat mensen in hun denken de eigen reputatie meenemen en dat gaan meewegen in hun beslissing om zich met de betrokken club mensen te associëren. Dat betekent in de praktijk dat mensen zich niet of minder in zouden gaan zetten voor het GeenPeil referendum, omdat ze gelezen hebben dat er Russisch geld naartoe gaat met als doel de EU te saboteren. Aan dat soort acties zullen normale mensen geen deel willen hebben. Dat brengt ons bij de vraag wiens doel een dergelijk verband, als The Telegraph maakt, dient.
De referenda in beide landen zijn contrair aan hetgeen de EU beoogt. In Nederland betreft het de ratificering van het Associatieverdrag met Oekraïne, waardoor in theorie dat verdrag in het geheel geen doorgang vindt. In het Verenigd Koninkrijk staat zelfs het lidmaatschap van de EU op het spel. Ook vastgesteld kan worden dat het sentiment in Nederland neigt naar het stemmen voor afwijzen van ratificatie. Het grootste onderzoek daartoe komt vooralsnog van 1Vandaag. Van de ruim 27.000 gepeilde Nederlanders gaf 53% aan te gaan stemmen, waarvan vervolgens 51% zeker voor afwijzen zou gaan stemmen. In het Verenigd Koninkrijk wijzen peilingen sinds September 2015 op een Brexit, terwijl de groeiende groep twijfelaars vrijwel alleen uit het EU-kamp komen, aldus Survation.
Deze feitelijkheden geven echter alleen een raamwerk om te speculeren:
Daarmee lijkt het artikel in the Telegraph niet meer dan een poging om op verholen wijze het publieke debat te sturen. Dat wil echter niet zeggen dat de auteurs dit bewust zo opgezet hebben. Tegelijkertijd kan de indruk die ontstaan is, dat het bericht politiek geladen is om ‘de neuzen’ een en dezelfde kant op te krijgen, vooralsnog niet uitgewist worden. Is deze analyse juist, dan is het teleurstellend dat een dergelijk belangrijk democratisch debat over de zelfbeschikking van volkeren schijnbaar ook op zo’n verholen manier gevoerd moet worden.
De foto is gemaakt door: Raymond Cunningham