De revolutionaire ontwikkelingen van voor en na de revolutie in Frankrijk zijn niet uit het niets ontstaan, noch zijn ze gegaan zoals we keurig in de schoolbanken en collegezalen aangeleerd krijgen. Het boek is geschreven door de ‘Librarian of Congress’ James H. Billington. Dit boek zorgt voor een remedie, op zijn minst ten aanzien van de spelers, de achtergronden, de ontwikkelingen in het gedachtegoed. Het leest als een almanak van denkers en revolutionairen. Dit boek is van belang voor eenieder die denkt dat met de revolutie in Frankrijk de keus wel af was. Het heeft een proces in gang gezet dat tot in ieder geval ‘het schot dat de wereld rondging’ geduurd heeft op de voorgrond en nog dagelijks ons leven beïnvloedt op de achtergrond. Met het eerste wordt gedoeld op de revoluties, wereldwijd, aan het einde van de 18e eeuw, gedurende de gehele 19e eeuw en de vroege 20e eeuw. Deze actieve revoluties gingen langzaam van buiten naar binnen. Van straat naar parlement en van parlement naar achterkamer.

Het interessante van dit boek ligt in het totale overzicht in de denkwereld van revolutionairen in de hiervoor beschreven periode. Elke substroming voegt haar element toe en definieert een bepaalde periode. Zo laat het boek zien dat vanaf het begin  de elementen ‘liberté, egalité en fraternité’ op gespannen voet met elkaar stonden. Kan men gelijk zijn als men vrij is. Dat kan zeker. Kan men echter ook vrij zijn als men niet gelijk is. Wie zorgt er dan voor dat er gelijkheid ontstaat? Vrijheid zorgt er immers voor dat er ongelijkheid bestaat. De ene mens gaat beter met vrijheid om dan de ander. Hoe kan gezorgd worden dat mensen toch gelijk zijn? Dwang en repressie lijkt hierop het antwoord te zijn. De weg hier naartoe wordt nauwkeurig omschreven.

Het is niet louter de analyse van het denken van practisch alle betrokkenen, het is voornamelijk het putten uit een immense hoeveelheid archieven, briefwisselingen en andere bronnen die de inhoud verzorgen. Er is dus niet geschreven op interpretatie, maar op het weergeven van veel van wat deze revolutionairen zelf geschreven hebben over hun denken. Dit geeft een unieke inkijk in de totaliteit van deze periode. Het vuur van revolutie heeft Europa verzwolgen. Eerst voor broederschap, daarna voor vrijheid en afsluitend voor gelijkheid. Het is deze laatste fase waar het Europese continent zich in bevindt. De vrijheid is verdreven door de massa die zich de welvaart van derden wil permitteren, daartoe aangespoord door zij die hen vertegenwoordigen. Veel van deze revoluties zijn mij nieuw. De intensiteit van de revoluties in Duitsland was mij bijvoorbeeld niet bekend. Laat staan de revoluties in Afrika, midden-Amerika, oost-Europa en Rusland. Allen veroorzaakt door de misplaatste notie dat ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ samengaan. Ook van deze gebieden  wordt uitgebreid stilgestaan bij de achtergronden, aangezien hier vaak ook nog koloniale belangen meespelen.

Dat er belangen meespelen komt ook terug in de plaatsing van vele instituten van vandaag de dag. In Frankrijk waren, zoals dat gaat met regeringen, veel revolutionaire activiteiten verboden. Zoals dat gaat met revolutionairen weken zij dan ook uit. De twee steden die daarvoor in aanmerking kwamen waren Genève en Brussel. Brussel was de eerste stad waar de telegraafverbindingen van alle Europese netwerken bij elkaar kwamen. Hier lag het centrum van informatie. In de decennia daarvoor was het een grote stad waar ook nog eens Frans gesproken kon worden. Dat laatste geldt ook voor Genève. Het is in deze steden dat veel ‘wereldrevolutionairen’ hun dromen van wereldwijde hegemonie van arbeiders danwel het volk of het proletariaat om gingen zetten in daden. Eerst ondergronds, later in comités en uiteindelijk in vaste organistaties. U kent ze ongetwijfeld. Organisaties als de International Labor Union, International Telegraph Union, zijn allen opgericht door (voormalig) revolutionairen om het voornoemde doel te bereiken. Als u zich afvraagt waarom de EU in Brussel zit, leest u in dit boek het antwoord.

De aandacht van het boek ligt echter bij de liefde van de schrijver, Rusland. Van 1789 tot 1905 (en verder) worden revolutionaire ontwikkelingen uitgelegd ter onderbouwing van de gewelddadige revoltes in Tsaristisch Rusland. Waarom konden de revoluties daar zo gewelddadig verlopen? Dat is eigenlijk de vraag waar het boek om draait. Het is dan ook geschreven tegen de achtergrond van de Koude Oorlog in de jaren ’70 in de Verenigde Staten. Hoewel het boek hierdoor gekleurd zou kunnen zijn wordt deze valkuil makkelijk vermeden door het historisch te houden. Voor mij, wellicht ook u, is er echter een andere vraag van belang. Hoe kan deze enorme waardevolle schat aan informatie doordringen bij een groter publiek?

Het boek is hier te lezen

%d bloggers liken dit: