Veel mensen maken zich zorgen over de stijgende kosten van de gezondheidszorg. Dit was in Nederland een van de belangrijkste drijfveren voor een verplichte basisverzekering. In Amerika is door de federale overheid vorig jaar Obamacare ingevoerd, waarmee een soortgelijk systeem tot stand had moeten komen. Daar is vrij veel tegenstand tegen gekomen, zowel politiek als op andere wijze. Hoe het ook zij, de meeste mensen zijn het er over eens dat er iets mis is met de gezondheidszorg en dat er met name iets gedaan moet worden om de prijs naar beneden te krijgen.
Een van de problemen met die prijs, is dat deze in het geheel niet transparant is. Wanneer we naar de dokter of naar een arts gaan zijn we blind voor de totale kosten van de behandeling die we krijgen. We betalen een klein beetje vooraf, in de vorm van de maandelijkse ziektekostenverzekering, en de zorgverzekeraar betaalt vervolgens de rest. In April 2014 bracht een Amerikaans onderzoekscentrum uit Colorado de resultaten naar buiten van een onderzoek naar prijzen. In dat onderzoek toonden zij hoeveel verschil er in kosten kunnen zijn voor een enkele simpele procedure. Alleen al in Denver lagen de kosten van een simpele colonoscopie tussen de $400 en $2800. Er is weinig grond om niet aan te nemen dat dergelijke verschillen ook in Nederland gevonden zouden kunnen worden.
Bij aankoop van de meeste goederen of diensten, zoals eten in een restaurant, een nieuwe auto of een vakantie, kunt u online gaan en klantenbeoordelingen opzoeken. Zo kunnen we ons eigen vergelijkend warenonderzoek doen. Met medische behandelingen is dat over het algemeen niet mogelijk. Het is simpelweg niet mogelijk om uit te vinden hoeveel behandelingen daadwerkelijk kosten. Als er meer openheid van zaken zou zijn, argumenteert het instituut uit colorado, dan zou er meer reden zijn voor aanbieders van medische diensten om te concurreren op prijs, om ze laag te houden en efficiënt te werken. Met andere woorden, competitie aan de proceskant in plaats van de hoeveelheid zorg kan kosten lager maken. Veel aanbieders van medische diensten nemen daarentegen juist de moeite om niet te onthullen hoeveel behandelingen daadwerkelijk kosten. Een van de redenen is dat er een enorm verschil zit tussen de kosten voor de aanbieder en wat berekent kan worden aan de ontvanger. Zo kan een procedure met een simpele injectie die de aanbieder zo’n €7 kost, de patient al gauw zo’n €150-350 kosten, afhankelijk van wie er betaald.
Deze kloof is gerelateerd aan het zo te noemen ‘derdenprobleem’. Wat is nu het ‘derdenprobleem’? De meeste Nederlanders betalen niet direct voor hun medische diensten. Het is de zorgverzekeraar, een delicate combinatie van overheid en private sector, die de daadwerkelijke kosten betaalt. De zorgverzekeraars zijn de ‘derde’. Zij betalen in plaats dat u direct betaalt aan degene van wie u een nieuw verband, een operatie of nieuwe medicijnen krijgt. Dit resulteert erin dat het voor ons consumenten niet interessant is om de werkelijke prijs te achterhalen of om prijzen te vergelijken van de verschillende aanbieders. We lijken namelijk weinig te betalen en bovendien ‘regelt de zorgverzekeraar het wel’. Deze combinatie van factoren zorgt er dus voor dat consumenten geen zicht kunnen hebben op werkelijke prijzen van handelingen. De geadverteerde prijs van zorgverzekeraars weerspiegelt niet de daadwerkelijke kosten van de zorg die gekocht wordt. Doordat de zorgverzekeraars, deels, verplicht zijn uit te betalen én de controle door de consument ontbreekt die er in een vrije markt wel zou zijn, kunnen prijzen, om wat voor reden dan ook, verhoogd worden.
Waarom is er eigenlijk een systeem waarin derden de kosten betalen voor ons als consumenten? In ons geval is dat de overheid, en dus indirect wijzelf. Doordat de overheid, middels belastingen, het grootste gedeelte van de zorg betaalt, zijn wij ons niet bewust van de daadwerkelijke prijs van medische diensten. Dit gebrek aan bewustzijn draagt weer bij aan de mogelijkheid om tot een hogere prijs voor medische diensten te komen.
In dit artikel werd al betoogd dat medische diensten niet fundamenteel verschillen van andere goederen en diensten en dat een daadwerkelijk vrije markt dus prima in staat kan zijn effectieve en betaalbare medische diensten aan te bieden, op dezelfde wijze dat u kijkt naar het computerscherm dat u gekocht hebt, er een lamp op uw bureau staat of de melk in uw koelkast in een kartonnen verpakking zit. De successen van de vrije markt die u om u heen ziet liggen juist voor het grijpen als er echte concurrentie bestaat en niet een door de overheid verplichte afname van producten die vervolgens opgedeeld kunnen worden door een beperkte groep zorgaanbieders. Als de markt zijn werk zou kunnen doen, zou juist deze interventie door de overheid tegengehouden worden. Elk bedrijf dat dan €165,- durft te vragen voor het plakken van een pleister zal namelijk erg snel failliet zijn. Bovendien is het de overheid die ons geleid heeft tot dit zogenoemde ‘derdenprobleem’ en gezorgd heeft voor manieren manieren waarop daadwerkelijke concurrentie voorkomen wordt en zelfs uitgeschakeld. Het is hierdoor dat de prijzen hoog blijven en de kwaliteit laag. We kunnen wel degelijk een goed functionerend aanbod van medische diensten hebben, als de overheid dat nu ook maar eens zou toestaan.
De foto is gemaakt door: Gunnar Ries
Dit artikel is gebaseerd op deze bijdrage van Peter G. Klein