Een belangrijke terugkomende zorg is de verplichte (basis)zorgverzekering. In Nederland is er sinds 2006 een verplichte basisverzekering voor iedereen. Regelmatig zijn er berichten in het nieuws over stijgende kosten en dalende kwaliteit. Zo ook in, bijvoorbeeld, Amerika met het Obamacare debacle vorig jaar. De ophef is daar met name over de desastreuze start van de overheidswebsite (healthcare.gov) gegaan. Consumenten moesten er nieuwe, door de staat gesponsorde, verzekeringen kopen, maar het bleek alras een totaal fiasco. Veel mensen zouden in het nieuwe systeem hun dekking verliezen waar ze gewoon tevreden mee waren, in tegenstelling tot eerdere uitspraken van Obama. Dat is echter niet de richting die dit artikel op wil. Onderwerp is hier het zorgsysteem en de economische werking van zo’n systeem in het algemeen. Waarom besteedt een overheid zoveel tijd aan het zich bezighouden met de, al dan niet vermeende, ‘marktwerking’ in de gezondheidszorg? Zeker in verhouding met andere markten in de samenleving, zoals dakdekkers of groenteboeren. Wat is er uniek of speciaal aan gezondheidszorg?
Westerse samenlevingen gaan steeds meer gebukt onder hoge uitgaven voor de gezondheidszorg. Deze kosten blijven stijgen. Zo geeft de Amerikaanse overheid meer geld uit per persoon aan gezondheidszorg dan veel vergelijkbare landen terwijl het niveau niet bijzonder hoog lijkt te zijn, ten opzichte van diezelfde landen. Dat komt zowel door het gegeven dat kosten van de gezondheidszorg gewoon hoger liggen dan op vele andere plekken op de wereld als wel door de hoeveelheid die Amerikanen per jaar ‘consumeren’ aan gezondheidszorg. Wat kan daar aan gedaan worden? De verdedigers van het beleid van Obama alsmede zijn Republikeinse critici lijken het in ieder geval eens te zijn. Er is iets speciaals aan de markt voor gezondheidszorg en bijbehorende verzekeringen. Eenzelfde trend is ook in Nederland te ontwaren. De algemene gedachte is dat de gezondheidszorg niet op de markt tot stand kan komen. Daarom is dan ook het een en ander mis met het zorgsysteem en daar moet dan weer, door politici, het een en ander aan gedaan worden.
Vanuit een puur economisch gezichtspunt is het de vraag wat ‘gezondheidszorg’ eigenlijk is. Een van de meest frustrerende zaken voor een econoom in het denken over ‘gezondheidszorg’ of tijdens het volgen van discussies daarover. De notie lijkt namelijk te zijn dat ‘gezondheidszorg’ een uniek product op zichzelf is, dat iedereen nodig heeft of wil hebben, maar wat niet in een vrije markt tot stand kan komen. Niet in ieder geval op dezelfde manier waarop de vrije markt, schoenen, tomatenpuree, auto’s of enig ander denkbaar goed tot stand ‘laat komen’. Wat is ‘gezondheidszorg’ eigenlijk?
Niemand consumeert ‘gezondheidszorg’, niemand heeft een recht op ‘gezondheidszorg’, want het is een heterogeen begrip. Er is niet een enkel goed dat ‘gezondheidszorg’ heet. Eerder is het zo dat er bedoeld wordt met ‘gezondheidszorg’ en de bijbehorende verzekeringen, een bepaalde variëteit aan producten, goederen en diensten is die je in verschillende combinaties kunt kopen, op verschillende niveaus en van verschillende kwaliteit. Zo is een open hart operatie een dienst die je kunt kopen op de markt en die bijdraagt aan je gezondheid. Dat geldt ook voor het nemen van een aspirine, een gezond eetpatroon hebben of goede voeding eten. Een wandeling door het bos, dat is ook goed voor je gezondheid. Met andere woorden, er is geen ‘gezondheidszorg’ als product. Wel is er een heterogene bundel aan goederen en diensten die voor verschillende soorten consumenten op verschillende tijden op verschillende niveaus nodig zijn. Op dezelfde wijze kan gekeken worden als er gezegd wordt dat ‘iedereen een recht heeft op woonruimte’. Wat betekent dat precies? Het betekent niet dat iedereen een villa in Wassenaar krijgt of een loft met uitzicht over de Amstel in het centrum van Amsterdam. Er zijn verschillende soorten woonruimten en manieren van gebruik. Er zijn lange termijn behoeften, korte termijn behoeften. Er is behoefte aan reguliere woonruimte, zoals met een gezin, of juist alleen behoefte aan een vakantiewoning. Sommige mensen bezitten een huis of appartement, weer andere mensen huren, studenten leven samengepakt in grote huizen, enkelen leven in hotels wat ook een zekere vorm van woonruimte is. Er is dus een enorme variëteit als het aankomt op de term ‘woonruimte’ en het is hetzelfde als met ‘gezondheidszorg’.
Dus, in tegenstelling tot praten over een universeel recht op ‘gezondheidszorg’, zouden we moeten praten over de specifieke diensten en goederen die bijdragen aan de gezondheid van mensen. Kijken we er zo naar, dan wordt het ineens veel minder vanzelfsprekend dat je in een vrije markt niet zou kunnen regelen dat je naar het spreekuur kan, een operatie ondergaat of een verband aangelegd krijgt. Dit werkt gewoon zoals alle andere goederen en diensten die de markt aanbiedt. Onder economen bestaat echter de idee dat gezondheidszorg anders zou zijn vanwege een zekere graad van onzekerheid. De patiënt zou namelijk niet in staat zijn de kwaliteit van zijn ondergane operatie te beoordelen tot nadat deze heeft plaatsgevonden en de consument heeft simpelweg niet genoeg informatie over de kwaliteit van de chirurg, de kwaliteit van de procedures enzoverder. Daar zit dus een factor van onzekerheid.
Een van de meest invloedrijke artikelen aangaande dit onderwerp is het artikel van Kenneth Arrow uit 1963. Arrow beargumenteerde dat gezondheidszorg niet in een vrije markt tot stand kan komen vanwege de hiervoor genoemde onzekerheid. Echter, als je er een beetje over nadenkt komen er allerlei goederen en diensten tot stand waar de ene partij niet net zoveel informatie heeft als de andere partij. Koop bijvoorbeeld een tweedehands auto en je bent niet net zo op de hoogte van de kwaliteit van de auto als verkoper. Bedrijven nemen mensen aan, zonder te weten of ze daadwerkelijk zo productief en effectief zijn binnen het bedrijf als de werkgever verwacht of hoopt. Perfect verdeelde kennis, ook wel symmetrische kennis, bestaat dus niet. Een ongelijke verdeling van kennis vormt op andere vlakken ook geen bijzonder probleem. Daar is het juist de concurrentie tussen deelnemers, derden die de kwaliteit beoordelen zoals de consumentenbond of rating agencies en kwaliteitsgaranties, die mensen helpen zich te beschermen als ze bezig zijn met het kopen van een product waarvan zij minder kennis hebben dan de verkopende partij.
Zo bezien is een chirurgische ingreep, een bepaald medicijn of een therapeutische praatgroep dus niet echt iets speciaals, eerder iets wat routinematig op de markt voor kan komen. Het kan een gewone handeling op de vrije markt zijn, zoals andere gewone handelingen op de vrije markt. Dit in tegenstelling tot hoe vandaag de dag naar gezondheidszorg gekeken wordt. Namelijk als een homogeen product dat op magische wijze voor iedereen beschikbaar dient te zijn. Als we nu eens de vrije markt ook daadwerkelijk zouden toestaan te werken, als we de prijsopdrijvende overheidssubsidies aan de uitgavenkant nu eens zouden afschaffen, dan is er geen enkele reden waarom een vrije markt voor gezondheidszorg en de diensten en goederen niet net zo effectief zou kunnen zijn als de markt voor computers, schoenen of tomatenpuree.
De foto is gemaakt door: Nate Robert
Dit artikel is gebaseerd op deze bijdrage van Peter G. Klein
Gerelateerd
De gevolgen van een definitie
written by Willem Cornax
Een belangrijke terugkomende zorg is de verplichte (basis)zorgverzekering. In Nederland is er sinds 2006 een verplichte basisverzekering voor iedereen. Regelmatig zijn er berichten in het nieuws over stijgende kosten en dalende kwaliteit. Zo ook in, bijvoorbeeld, Amerika met het Obamacare debacle vorig jaar. De ophef is daar met name over de desastreuze start van de overheidswebsite (healthcare.gov) gegaan. Consumenten moesten er nieuwe, door de staat gesponsorde, verzekeringen kopen, maar het bleek alras een totaal fiasco. Veel mensen zouden in het nieuwe systeem hun dekking verliezen waar ze gewoon tevreden mee waren, in tegenstelling tot eerdere uitspraken van Obama. Dat is echter niet de richting die dit artikel op wil. Onderwerp is hier het zorgsysteem en de economische werking van zo’n systeem in het algemeen. Waarom besteedt een overheid zoveel tijd aan het zich bezighouden met de, al dan niet vermeende, ‘marktwerking’ in de gezondheidszorg? Zeker in verhouding met andere markten in de samenleving, zoals dakdekkers of groenteboeren. Wat is er uniek of speciaal aan gezondheidszorg?
Westerse samenlevingen gaan steeds meer gebukt onder hoge uitgaven voor de gezondheidszorg. Deze kosten blijven stijgen. Zo geeft de Amerikaanse overheid meer geld uit per persoon aan gezondheidszorg dan veel vergelijkbare landen terwijl het niveau niet bijzonder hoog lijkt te zijn, ten opzichte van diezelfde landen. Dat komt zowel door het gegeven dat kosten van de gezondheidszorg gewoon hoger liggen dan op vele andere plekken op de wereld als wel door de hoeveelheid die Amerikanen per jaar ‘consumeren’ aan gezondheidszorg. Wat kan daar aan gedaan worden? De verdedigers van het beleid van Obama alsmede zijn Republikeinse critici lijken het in ieder geval eens te zijn. Er is iets speciaals aan de markt voor gezondheidszorg en bijbehorende verzekeringen. Eenzelfde trend is ook in Nederland te ontwaren. De algemene gedachte is dat de gezondheidszorg niet op de markt tot stand kan komen. Daarom is dan ook het een en ander mis met het zorgsysteem en daar moet dan weer, door politici, het een en ander aan gedaan worden.
Vanuit een puur economisch gezichtspunt is het de vraag wat ‘gezondheidszorg’ eigenlijk is. Een van de meest frustrerende zaken voor een econoom in het denken over ‘gezondheidszorg’ of tijdens het volgen van discussies daarover. De notie lijkt namelijk te zijn dat ‘gezondheidszorg’ een uniek product op zichzelf is, dat iedereen nodig heeft of wil hebben, maar wat niet in een vrije markt tot stand kan komen. Niet in ieder geval op dezelfde manier waarop de vrije markt, schoenen, tomatenpuree, auto’s of enig ander denkbaar goed tot stand ‘laat komen’. Wat is ‘gezondheidszorg’ eigenlijk?
Niemand consumeert ‘gezondheidszorg’, niemand heeft een recht op ‘gezondheidszorg’, want het is een heterogeen begrip. Er is niet een enkel goed dat ‘gezondheidszorg’ heet. Eerder is het zo dat er bedoeld wordt met ‘gezondheidszorg’ en de bijbehorende verzekeringen, een bepaalde variëteit aan producten, goederen en diensten is die je in verschillende combinaties kunt kopen, op verschillende niveaus en van verschillende kwaliteit. Zo is een open hart operatie een dienst die je kunt kopen op de markt en die bijdraagt aan je gezondheid. Dat geldt ook voor het nemen van een aspirine, een gezond eetpatroon hebben of goede voeding eten. Een wandeling door het bos, dat is ook goed voor je gezondheid. Met andere woorden, er is geen ‘gezondheidszorg’ als product. Wel is er een heterogene bundel aan goederen en diensten die voor verschillende soorten consumenten op verschillende tijden op verschillende niveaus nodig zijn. Op dezelfde wijze kan gekeken worden als er gezegd wordt dat ‘iedereen een recht heeft op woonruimte’. Wat betekent dat precies? Het betekent niet dat iedereen een villa in Wassenaar krijgt of een loft met uitzicht over de Amstel in het centrum van Amsterdam. Er zijn verschillende soorten woonruimten en manieren van gebruik. Er zijn lange termijn behoeften, korte termijn behoeften. Er is behoefte aan reguliere woonruimte, zoals met een gezin, of juist alleen behoefte aan een vakantiewoning. Sommige mensen bezitten een huis of appartement, weer andere mensen huren, studenten leven samengepakt in grote huizen, enkelen leven in hotels wat ook een zekere vorm van woonruimte is. Er is dus een enorme variëteit als het aankomt op de term ‘woonruimte’ en het is hetzelfde als met ‘gezondheidszorg’.
Dus, in tegenstelling tot praten over een universeel recht op ‘gezondheidszorg’, zouden we moeten praten over de specifieke diensten en goederen die bijdragen aan de gezondheid van mensen. Kijken we er zo naar, dan wordt het ineens veel minder vanzelfsprekend dat je in een vrije markt niet zou kunnen regelen dat je naar het spreekuur kan, een operatie ondergaat of een verband aangelegd krijgt. Dit werkt gewoon zoals alle andere goederen en diensten die de markt aanbiedt. Onder economen bestaat echter de idee dat gezondheidszorg anders zou zijn vanwege een zekere graad van onzekerheid. De patiënt zou namelijk niet in staat zijn de kwaliteit van zijn ondergane operatie te beoordelen tot nadat deze heeft plaatsgevonden en de consument heeft simpelweg niet genoeg informatie over de kwaliteit van de chirurg, de kwaliteit van de procedures enzoverder. Daar zit dus een factor van onzekerheid.
Een van de meest invloedrijke artikelen aangaande dit onderwerp is het artikel van Kenneth Arrow uit 1963. Arrow beargumenteerde dat gezondheidszorg niet in een vrije markt tot stand kan komen vanwege de hiervoor genoemde onzekerheid. Echter, als je er een beetje over nadenkt komen er allerlei goederen en diensten tot stand waar de ene partij niet net zoveel informatie heeft als de andere partij. Koop bijvoorbeeld een tweedehands auto en je bent niet net zo op de hoogte van de kwaliteit van de auto als verkoper. Bedrijven nemen mensen aan, zonder te weten of ze daadwerkelijk zo productief en effectief zijn binnen het bedrijf als de werkgever verwacht of hoopt. Perfect verdeelde kennis, ook wel symmetrische kennis, bestaat dus niet. Een ongelijke verdeling van kennis vormt op andere vlakken ook geen bijzonder probleem. Daar is het juist de concurrentie tussen deelnemers, derden die de kwaliteit beoordelen zoals de consumentenbond of rating agencies en kwaliteitsgaranties, die mensen helpen zich te beschermen als ze bezig zijn met het kopen van een product waarvan zij minder kennis hebben dan de verkopende partij.
Zo bezien is een chirurgische ingreep, een bepaald medicijn of een therapeutische praatgroep dus niet echt iets speciaals, eerder iets wat routinematig op de markt voor kan komen. Het kan een gewone handeling op de vrije markt zijn, zoals andere gewone handelingen op de vrije markt. Dit in tegenstelling tot hoe vandaag de dag naar gezondheidszorg gekeken wordt. Namelijk als een homogeen product dat op magische wijze voor iedereen beschikbaar dient te zijn. Als we nu eens de vrije markt ook daadwerkelijk zouden toestaan te werken, als we de prijsopdrijvende overheidssubsidies aan de uitgavenkant nu eens zouden afschaffen, dan is er geen enkele reden waarom een vrije markt voor gezondheidszorg en de diensten en goederen niet net zo effectief zou kunnen zijn als de markt voor computers, schoenen of tomatenpuree.
De foto is gemaakt door: Nate Robert
Dit artikel is gebaseerd op deze bijdrage van Peter G. Klein
Dit delen:
Vind ik leuk:
Gerelateerd
7 juni 2014 written by Willem Cornax in Blog, Commentaar
Willem Cornax